17 januari 2022
Hugo de Jonge is sinds 10 januari ‘onze’ minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Zoals ik al eerder aangaf vind ik de plannen in het coalitie akkoord een glas dat half leeg is. Met Hugo De Jonge aan het roer vrees ik dat dit glas alleen maar leger wordt. Hij beschikt over onvoldoende opleiding, heeft geen enkele praktijkervaring, en mist gezag. Ik vrees dat hij de woningmarkt verder het moeras in zal trekken, zal bijdragen aan een verder tanend vertrouwen in de politiek en daarmee een basis legt voor toenemend populisme.
Onvoldoende opleiding
De Nederlande woningmarkt is een opeenstapeling van regelgeving waar complexe economische principes aan ten grondslag liggen. Dan zou het helpen als een econoom het voor het zeggen zou hebben. Juridische kennis en praktijkervaring zouden ook goed van pas komen. Dat alles ontbreekt op zijn CV.
De rekening van inflatie en lage rente
In het coalitieakkoord staat helaas niet dat de hypotheekrenteaftrek versneld afgebouwd gaat worden. Tel daar de huidige extreem lage (reële) rente bij op, en een steeds verdere bubbelvorming en prijsstijgingen van koopwoningen liggen op de loer. Daarmee wordt de ongelijkheid tussen arm en rijk, tussen huurders en woningbezitters verder vergroot; alleen de woningbezitters profiteren namelijk van deze prijsstijgingen. Bovendien heeft De Jonge te maken met historisch hoge inflatie. Van oudsher is de jaarlijkse huurverhoging aan de inflatie gekoppeld. Van dat beleid is voor de ‘sociale sector’ vorig jaar al afscheid genomen. Met de extreem hoge inflatie staat De Jonge onder druk om dat beleid voort te zetten. Huurders van sociale huurwoningen met hogere lasten én met veel hogere huren confronteren (zonder salarissen en uitkeringen te verhogen) zal namelijk tot begrijpelijke ophef leiden. En met het verder bevriezen van de huren, en ze niet te verhogen met de inflatie, zal De Jonge de rekening dus neerleggen bij de verhuurders: woningcorporaties en beleggers. Dat zal weer tot gevolg hebben dat er minder geld is om woningen bij te bouwen.
De lamme Kaag helpt de blinde De Jonge
De macro-economische fundering van de Nederlandse woningmarkt (verstorende hypotheekrente aftrek en talloze huursubsidies) is al jaren gebouwd op drijfzand, en daar komen bovenstaande actuele macro-economische donkere wolken op af. Dan zou een goede minister van Financiën kunnen helpen. Ook met Sigrid Kaag vrees ik echter het ergste. Zij heeft geen ervaring in financiën, maar des te meer voorliefde voor Europese integratie. Zij zal niet geneigd zijn om uit te leggen dat inflatie een halt toe te roepen is door rentestijgingen. Dat zou de toch al torenhoge staatsschulden van de Zuid-Europose landen ondraaglijker maken en haar Europese droom onder druk zetten.
Van onze kersverse minister voor Volkshuisvesting verwacht ik evenmin dat hij de problemen van de inflatie transparant zal benoemen. De huidige inflatie is namelijk deels het gevolg van de verstoorde productie en distributieketens. Die zijn weer het gevolg van de lockdowns die de Jonge in zijn vorige functie propageerde.
Zonder geloofwaardigheid het moeras in
Wat De Jonge ook zal beweren, hij zal een geloofwaardigheidsprobleem hebben. Afgelopen zomer heeft hij de wereld nog doen geloven dat we met zijn allen na twee vaccinatieprikken corona achter ons zouden laten. En in plaats van (school) gebouwen, waar hij nu verantwoordelijk voor is, te voorzien van deugdelijke ventilatie, was hij vooral bezig om zijn handen te wassen in de onterechte veronderstelling dat met name dát de verspreiding van het virus zou tegengaan.
Ook dit kabinet blaast hoog van de toren wat betreft de noodzaak van goede scholing. De Jonge stelt zich zelf met zijn nieuwe ministerschap echter boven dit uitgangspunt omdat hij geen enkele opleiding heeft genoten die relevant is voor dit ministerschap. Zijn prioriteit lijkt om dit moment niet te liggen bij inlezen, maar bij beeldvorming en PR. Zo zijn zijn LinkedIn- en Twitterprofiel inmiddels voorzien van wat plaatjes en praatjes waar huurders, beleggers en corporaties vroeg of laat de opzichtige oppervlakkigheid van zullen inzien.
Na regen…..
Al met al creëert De Jonge de indruk vooral zijn eigen politieke carrière belangrijk te vinden. Maar… ik hoop natuurlijk dat ik me in De Jonge vergis en dat zijn inzet en goede intenties effect zullen sorteren en dat de donkere wolken waar ik voor vrees plaats maken voor zonneschijn. De moraal van dit verhaal luidt dan ook: ik zal de activiteiten van deze minister met bovengemiddelde belangstelling blijven volgen.