Tot 2020 50.000 extra woningen nodig voor vluchtelingen

Tot 2020 50.000 extra woningen nodig voor vluchtelingen

De toestroom van vluchtelingen naar Nederland levert in de periode 2015-2020 naar verwachting een extra woningproductie op van 50.000 woningen. Overheden moeten voldoende bouwcapaciteit faciliteren.

Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) op basis van recente cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De impuls gaat gepaard met een extra bouwproductie tot 2020 van ruim 5 miljard euro en zorgt voor 28.000 extra arbeidsjaren werk in de bouwsector. De afgelopen zes weken kwamen gemiddeld 2.800 vluchtelingen per week het land binnen.

Ook als rekening wordt gehouden met een duidelijke afvlakking van de instroom, is sprake van forse aantallen extra asielzoekers. De woningvraag die hieruit resulteert hangt af van het aantal asielzoekers dat in Nederland kan blijven (de zogenaamde statushouders) en de vertaling van het aantal personen naar huishoudens.

Op basis van de cijfers tot nu toe zullen er dit jaar naar verwachting ongeveer 20.000 huishoudens bijkomen als gevolg van het stijgende aantal asielzoekers. In de periode voor 2014 lag dit aantal telkens rond de 5.000 huishoudens per jaar, zodat er dit jaar 15.000 huishoudens extra bijkomen door de sterke toestroom van migranten.

Vanaf 2016 zullen de effecten in de woningbouw gaan doorwerken. Tussen 2016 en 2020 komen er dan toch nog eens 35.000 extra huishoudens bij. In 2016 zorgt de extra impuls naar verwachting voor 1,3 miljard euro extra bouwproductie en 7.000 extra voltijdbanen. In 2017 loopt de impuls verder op naar 1,7 miljard euro en gaat het om 9.000 extra voltijdbanen.

De autonome ontwikkelingen op de woningmarkt zorgen al voor veel extra vraag vanuit Nederlandse huishoudens. Structureel kan de bouwsector deze vraag goed verwerken, maar het tijdig op gang krijgen van een dergelijk fors extra aanbod zal bepaald niet eenvoudig zijn. Overheden kunnen helpen om de productie van lopende projecten te versnellen. Het EIB denkt daarbij aan een flexibele opstelling van gemeenten en provincies rond regelgeving, ruimtelijke ordening en grondprijzen.

Ook het versoepelen van de strenge hypotheekregels voor koopstarters vanuit de Rijksoverheid kan meer doorstroming op gang brengen. Sociale huurwoningen sluiten aan bij de vraag op korte termijn van asielzoekers, maar vrije sectorwoningen doen dat ook via doorstroming vanuit de sociale huursector. Het tijdig kunnen organiseren van voldoende bouwcapaciteit zal in ieder geval een belangrijke kwestie gaan worden in de komende jaren. Zo kort na de crisis is daarmee sprake van een spectaculaire omslag bij de woningbouw, concludeert het EIB.