Den Haag, 8 november 2010 – Het gerechtshof in Den Haag heeft op 8 november 2010 in hoger beroep mondeling uitspraak gedaan over de vraag of het ministerie van Veiligheid en Justitie tot ontruiming kan overgaan van diverse kraakpanden in Amsterdam, Den Haag en Leeuwarden. Het hof heeft de ontruiming verboden, omdat in de nieuwe Wet kraken en leegstand niet is voorzien in de mogelijkheid voor krakers (die dreigen hun woning te moeten verlaten) om daarover vooraf het oordeel van de rechter te vragen. Dit is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Sinds 1 oktober 2010 is van kracht de Wet kraken en leegstand. Deze wet stelt kraken strafbaar. De wet geeft justitie de mogelijkheid een gekraakt pand strafrechtelijk te ontruimen, zonder dat daar een rechterlijke uitspraak voor nodig is. Nadat een aantal gemeenten had aangekondigd tot ontruiming van kraakpanden te zullen overgaan, zijn verschillende kort gedingen gevoerd over de reikwijdte van de nieuwe wet.
In de onderhavige zaak hebben krakers gevorderd dat de ontruiming van diverse kraakpanden in Amsterdam, Den Haag en Leeuwarden wordt verboden. De voorzieningenrechter heeft hun vordering in eerste aanleg afgewezen. Het hof behandelt de zaak thans in hoger beroep. Omdat de eerste ontruimingen morgen gepland staan, heeft het hof vandaag mondeling uitspraak gedaan. Een schriftelijke uitspraak met de motivering zal in de loop van volgende week beschikbaar komen.
Het hof heeft de ontruiming verboden. Het is van oordeel dat de krakers door de ontruiming hun woning dreigen te verliezen. De woning van een persoon geniet onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) speciale bescherming. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft herhaaldelijk beslist dat iemand zijn woning niet mag verliezen voordat de rechter daarover vooraf een uitspraak heeft kunnen doen. Aangezien hierover in de nieuwe wet niets is geregeld en ook justitie in dat opzicht geen duidelijk en kenbaar beleid voert, is het hof van oordeel dat ontruiming onder deze omstandigheden in strijd zou komen met het EVRM.