IVBN: niet te vroeg juichen over vrijwaring van verhuurdersheffing

IVBN: niet te vroeg juichen over vrijwaring van verhuurdersheffing

Particuliere vastgoedbeleggers zijn opgelucht dat de in hert regeerakkoord aangekondigde verhuurdersbelasting alleen geldt voor eigenaren van sociale huurwoningen. Maar volgens de institutionele vastgoedbeleggers, verenigd in IVBN, moeten marktpartijen niet te vroeg juichen.
De dreiging van een verhuurderheffing op ook vrije sectorhuurwoningen boven de € 665 is nog niet weg. De verhuurderheffing moet nog door de Tweede en Eerste Kamer. De behandeling van het eerdere belastingplan was namelijk aangehouden vanwege het regeerakkoord. Wel worden institutionele en private beleggers met woningen met een huur onder de € 665 getroffen door deze verhuurdersbelasting.

Uitwerking van regeling
De hoogte van de verhuurdersheffing wordt vastgesteld op basis van de WOZ-waarde en die is bij particuliere investeerders voor woningen onder de € 665 hoger dan bij de woningcorporaties. Dus dat betekent voor pensioenfondsen en andere investeerders een zeer forse aanslag op het rendement. Alleen private huurders met minder dan tien huurwoningen lijken uitgezonderd te blijven. De huurdersbelasting is bovendien slecht voor de nieuwbouw, volgens de IVBN. Het is voor investeringen in bestaande huurwoningen in voornamelijk het sociale segment een enorme aderlating.

Huurbepaling
Dat de maximale huur niet langer wordt bepaald door het puntensysteem maar wordt vastgelegd op 4,5% van de WOZ-waarde van de woning, vinden IVBN en Vastgoed Belang een vooruitgang. In schaarstegebieden met hoge WOZ-waarden betekent dat een verbetering. Maar in veel gebieden is de WOZ-waarde veel lager. Met die 4,5% zijn de investeerders slechter af dan met het huidige puntensysteem, aldus Vastgoed Belang. IVBN is dezelfde mening toegedaan. Bij het nieuwe kabinet zullen deze organisaties dan ook aandringen op een regionale differentiatie van het percentage van 4,5 %.
IVBN is niettemin blij met ‘meer marktconformiteit in huren’. ‘Het is een prima maatregel van het nieuwe kabinet, omdat marktpartijen daarmee zekerheid krijgen om in de huurwoningenmarkt te investeren. Door een aantal jaren vol te houden met boven-inflatoire huurverhogingen wordt het scheefwonen volgens hen stevig aangepakt. Tegelijk blijft de ingreep in de hypotheekrenteaftrek beheerst, aldus de IVBN. Vastgoed Belang noemt de extra huurverhoging van 6,5% bovenop inflatie boven een bruto-inkomen van € 43.000 een stap in de goede richting. Zij gaan er vanuit dat de verhoging per 1 juli 2013 ingaat.