Rechtbank staat strafrechtelijke ontruiming kraakpanden toe: beleidsregels OM zijn toereikend

Een beetje kraker ‘geeft wel thuis’ volgens rechtbank:

‘Ook de afwezige bewoner/kraker dient er, evenals ieder ander die deelneemt aan het rechtsverkeer, op bedacht te zijn dat hem op ieder moment een mededeling met verstrekkende inhoud kan worden gezonden.’

Rechtbank Amsterdam heeft op 18 maart 2011 de vorderingen van eisers om de Staat te verbieden op strafrechtelijke gronden tot ontruiming van de door hen bewoonde panden aan de Heintje Hoekssteeg, de Ten Katestraat, de Wilhelminastraat, het Muntplein, de Van Hogendorpstraat en de Wijde Heisteeg over te gaan, afgewezen.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de ontruiming tijdig is aangezegd en neemt in aanmerking dat de Staat de krakers de mogelijkheid heeft geboden om een kort geding te voeren en het vonnis van de voorzieningenrechter heeft afgewacht.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de beleidsregels die onlangs (2 december 2010) door het OM zijn opgesteld in de onderhavige gevallen toereikend zijn gebleken. Voorheen werden de strafrechtelijke ontruimingen verboden omdat er nog geen beleidsregels waren met betrekking tot de wijze van aanzegging van de ontruiming.

Met ingang van 1 oktober 2010 is in werking getreden de Wet van 24 juli 2010 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Leegstandwet, en enige andere wetten in verband met het verder terugdringen van kraken en leegstand (Wet kraken en leegstand).

Op grond van deze wet zijn aan het Wetboek van Strafrecht (Sr.) respectievelijk het Wetboek van Strafvordering (Sv.), de volgende bepalingen toegevoegd:

Artikel 138a Sr. Hij die in een woning of gebouw, waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd, wederrechtelijk binnendringt of wederrechtelijk aldaar vertoeft, wordt, als schuldig aan kraken, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie. (…)

Bij een civielrechtelijk ontruimingskortgeding is doorslaggevend of de eigenaar op korte termijn “iets” met het pand gaat doen (verkopen, verhuren, verbouwen, laten bewonen door anti- kraakwachten) en daarom een spoedeisend belang heeft bij ontruiming.

Bij een strafrechtelijke ontruiming gaat het niet om een spoedeisend belang van de eigenaar. Kraken is een strafbaar feit en de Staat heeft er belang bij een einde te maken aan een strafbare toestand.

Alleen wanneer de krakers aantonen dat de eigenaar in het geheel niets met het gekraakte pand van plan is en de ontruiming alleen maar zal leiden tot langdurige leegstand, zonder enig uitzicht dat er in die situatie verandering komt, kan de belangenafweging in het voordeel van de krakers uitvallen en de strafrechtelijke ontruiming worden verboden.

In de onderhavige gevallen is echter niet aannemelijk geworden dat dergelijke leegstand te verwachten is.